top of page
Foto van schrijverGiovanne de Legé

De natuur als leraar voor ecologisch leiderschap



Voor leiders die zich bezighouden met systeemverandering, biedt het bestuderen van het circulaire element water en de organisatie van (voedsel)systemen bruikbare inzichten. De natuur als leraar kiezen, leidt tot denken in termen van (circulaire) systemen. Systemen zijn basispatronen in de natuur. Zij kunnen, paradoxaal als de natuur is, zowel complex als eenvoudig zijn. Een wetenschappelijke definitie van een systeem is: ‘elke verzameling dingen die enige invloed op elkaar hebben’. Individuele dingen – zoals planten, mensen, scholen, gemeenschappen en stroomgebieden – zijn al systemen van onderling verbonden elementen. Tegelijkertijd kunnen ze niet geïsoleerd worden begrepen, alleen in de context van de grotere systemen waarin ze bestaan.


Levende systemen

Levende systemen hebben hun eigen dynamiek, met terugkerende eigenschappen en processen. Ze zijn enerzijds bestand tegen verandering, maar passen zich ook aan en ontwikkelen zich. Inzien hoe zelforganiserende systemen worden onderhouden en hoe ze veranderen, raakt tot aan de kern van educatie voor ecologisch (duurzaam) leven.

Leren van en werken met de natuurlijke systemen kan worden gezien als toegepast systeemdenken. Daarover gaan de volgende zes belangrijke lessen die de natuur als leermeester heeft voorbereid. Buiten de bedrijfseconomische sector ben je als docent of als ouder/opvoeder en als zelfredzaam individu ook een leider. Deze lessen zijn universeel, zoals de natuur zelf.


Zes lessen voor systemisch geïnspireerde leiders

Ga je de uitdaging aan om systemen te veranderen waarvan sommige diepgeworteld zijn, dan kun je profijt hebben van deze op de praktijk gebaseerde inzichten die systeemverandering bevorderen. Denk aan:


1. De gemeenschap bevorderen en netwerken cultiveren

“De meeste kwaliteiten van een levend systeem, zijn aspecten van een enkel fundamenteel netwerkpatroon: de natuur onderhoudt het leven door gemeenschappen te creëren en te voeden” (Fritjof Capra). Blijvende verandering vereist vaak een kritische massa binnen een gemeenschap. Zo blijkt, bijvoorbeeld, dat leerplaninnovatie op een school meestal alleen duurzaam wordt wanneer ten minste een derde van de instelling zichzelf betrokken weet. Om systeemverandering te realiseren, moeten leiders de grenzen van afdelingen overschrijden en mensen, die delen van het probleem aanpakken, aan dezelfde tafel brengen.

“Als er niets op zichzelf staat, dan zijn alle problemen indirect; geen enkel probleem ligt of kan worden opgelost in iemands afdeling.” (Wendell Berry)

In de drang om beslissingen te nemen en snel resultaten te produceren, is het gemakkelijk om mensen te omzeilen; vaak juist de mensen die de taak hebben veranderingen door te voeren en wiens samenwerking cruciaal is voor succes. Het is nodig om te blijven vragen: “Wie of wat wordt buitengesloten?” en “Wie moet(en) er in de kamer zijn of een stem krijgen?”

“Wie geeft het water een stem?” ~ Victor Schauberger

2. Werk op meerdere schaalniveaus

“Geneste systemen” zijn terug te brengen tot een ecologisch kernprincipe. De meeste systemen bevatten andere systemen en bevinden zich in grotere systemen zoals cellen in organen in individuen in gemeenschappen of een rivier binnen een landschap binnen een regio binnen een provincie, binnen een land, binnen een stroomgebied, enz.

Op grote schaal kunnen we zien dat al het leven begon in water, dat het water het klimaat stuurt, de aarde vormt en al het levende van voeding voorziet. Toch kan een relatief kleine wijziging, bijvoorbeeld een temperatuurverhoging van 1 of 2 graden, een kettingreactie teweegbrengen, welke uiteindelijk de hele planeet beroert.

De invloed van het wijzigen van een systeem gaat dan ook meerdere kanten op: betreffend zowel de systemen erbinnen als de systemen waarin het zelf is ingebed. De uitdaging voor ‘change agents’ is het juiste schaalniveau te kiezen voor de veranderingen die ze nastreven. Het antwoord is vaak op meerdere niveaus te vinden of te bewerkstelligen: top down, bottom up, outside in en inside out.


3. Maak ruimte voor zelforganisatie

Volgens Fritjof Capra is het centrale concept in de systeemvisie op het leven, dat het door het leven begunstigde patroon ‘een netwerkpatroon is dat in staat is tot zelforganisatie.’ Hij zegt ook: netwerken die systeemverandering kunnen beïnvloeden, organiseren zichzelf bij de juiste voorwaarden. Zo kunnen professionals en vrijwilligers uit de gemeenschap zich organiseren in effectieve voortdurende samenwerkingen. Mooie voorbeelden hiervan zijn Wereld Water Dag (22 maart) en initiatieven als Urgenda en Avaaz.


4. Grijp doorbraakmogelijkheden wanneer deze zich voordoen

Levende systemen blijven over het algemeen in een stabiele toestand. Niet voor niets, anders zouden we in chaos leven. De paradox is weer dat dit ook verklaard waarom bijvoorbeeld vastgeroeste systemen zo moeilijk te veranderen zijn. Van tijd tot tijd stuit een systeem toch op een punt van instabiliteit waar het wordt geconfronteerd met nieuwe omstandigheden of informatie. Dan kan die instabiliteit een storing veroorzaken of – dankzij de capaciteiten van systemen voor zelforganisatie – een doorbraak geven naar nieuwe mogelijkheden.

Neem de huidige epidemie van aan voeding gerelateerde ziekten en de wereldwijde water(kwaliteit) problematiek. Het zijn uitingen van een ernstige crisis in de volksgezondheid en de planetaire ecologie. Voor autoriteiten, schoolbesturen en ook ouders, die ooit de hervorming van schoolvoedsel als een frivole kwestie beschouwden die door foodies wordt gepromoot, is het de hoogste tijd om de rol te bekijken die schoolvoedsel speelt in een scala van gerelateerde problemen. Dit varieert van stijgende kosten voor gezondheidszorg tot verschillen in academische prestatie. De bereidheid daartoe zal kansen creëren om voedsel te gebruiken als een ingang voor het introduceren van een verscheidenheid aan duurzaamheidsthema’s in het curriculum. Dagelijkse voeding is en blijft een centraal thema, dat aan alle domeinen is gerelateerd.


5. Faciliteer vernieuwing en geef de illusie op dat je verandering kunt sturen

Het blijkt ondoenlijk om mensen te sturen of te vertellen hoe ze moeten veranderen. Dus wat kun je wel doen? De uitdagende stelregel van Humberto Maturana en Francisco Varela is: “Je kunt nooit een levend systeem besturen. Je kunt het alleen maar verstoren.” Hoe verstoor je dan een systeem?

  • Door informatie te introduceren die in tegenspraak is met oude veronderstellingen;

  • Door aan te tonen dat dingen, waarvan mensen denken dat ze dat niet kunnen, al ergens worden bereikt;

  • Door nieuwe mensen uit te nodigen voor het gesprek;

  • Door structuren te herschikken, zodat mensen zich kunnen verhouden op manieren die ze niet gewend zijn;

  • Door problemen vanuit verschillende perspectieven te presenteren.

Ondertussen kun je het vermogen van het systeem om creatieve oplossingen te genereren faciliteren. Creëer een klimaat van vertrouwen en wederzijdse ondersteuning, voed netwerken van verbinding en communicatie, moedig het stellen van vragen en het maken van fouten aan en beloon innovatie. Effectieve leiders herkennen opkomende nieuwigheden, verwoorden het en nemen het op in de ontwerpen van organisaties. Leiders leiden soms het beste wanneer ze de controle loslaten en het risico nemen om autoriteit en verantwoordelijkheid te verspreiden.

“Het leven reikt voortdurend uit naar vernieuwing en deze eigenschap van alle levende systemen is de oorsprong van leren, ontwikkeling en evolutie.” ~ Fritjof Capra

6. Denk cyclisch en verwacht verrassingen

Verandering in levende systemen is niet-lineair. Terwijl ze zich ontwikkelen en evolueren, genereren levende systemen fenomenen die niet voorspelbaar zijn uit de eigenschappen van hun afzonderlijke delen. Net zoals de natheid van water niet kan worden voorspeld door de eigenschappen van waterstof en zuurstof (2 gassen) bij elkaar te voegen. Systeemtheoretici noemen dit ‘opkomende eigenschappen’.

Dit principe van nieuwe eigenschappen vinden we ook terug in de watervervuiling problematiek: ‘opkomende stoffen’ en ’nieuwe stoffen’ zijn ontstaan uit verbindingen, die chemisch gezien, persistent zijn en niet biologisch afbreekbaar. Dit staat haaks op hoe de natuur werkt en blijkt dan ook ecologisch een zich ophopend probleem.

De kunst en wetenschap van systeemverandering evolueren voortdurend. Door te leren van de natuur en te experimenteren met deze zes lessen kun je er van uit gaan dat je (positieve) verrassingen mag verwachten. Vaak blijken de onverwachte gevolgen de meest lonende en effectieve resultaten te zijn van onderdompeling in dynamische systemen.


Wil je deze ideeën verder willen uitdiepen? Dan zullen de inzichten van systeemtheoreticus Fritjof Capra (fysicus, ecofilosoof en medeoprichter van The Centre for Ecoliteracy) en andere opmerkelijke denkers zoals Margaret Wheatley, Joanna Macy en Donella Meadows een leidraad voor je kunnen zijn.

Nieuwe artikelen

bottom of page