De spirituele organisatie, bestaat die?
Mijn ervaring met spiritualiteit in organisaties, is niet iets om over naar huis te schrijven. Enerzijds met enkele christelijk georiënteerde organisaties waarin de rol van kerk en saamhorigheid bovenaan staan. Anderzijds met organisaties waar ik nooit tussen kom omdat ik ‘iets ander geloof’. Los van het besef dat je dus simpelweg ‘ergens níet bij kan horen’ geeft het ook een inzicht hoe ik zelf spiritualiteit vormgeef in mijn werk.
Vaak wordt spiritualiteit beschreven als het naleven van bepaalde regels en die zijn verschillend per religieuze overtuiging: geen varkens of koeien eten, geen frivole kledij, geen seks voor het huwelijk, geen vaccinaties, geen moderne apparatuur, geen hechting aan aardse zaken, geen bezit, tot en met polygamie en collectieve zelfmoord. De keuze is reuze...
Toch is spiritualiteit en het gezamenlijk beleven daarvan, een leidend principe in vele gemeenschappen en organisaties. Vanwaar die sterke behoefte aangesloten te zijn bij een spiritueel gedachtengoed? Wat zijn nu de belangrijkste overeenkomsten van spiritualiteit, en dan met name bij spiritualiteit in organisaties?
Gemis aan evenwicht
Als ik een opdracht doe voor een organisatie, is dat natuurlijk omdat er een probleem is dat opgelost moet worden. Als ervaren buitenstaander heb ik meer impact dan iemand die er al 30 jaar werkt en zich voortdurend herhaalt met de iconische woorden ‘ik heb altijd al gezegd dat...’. Wat ik vaak zie in organisaties is een dramatisch gemis aan evenwicht, veroorzaakt door conflicterende doelstellingen, verschillende percepties, ego’s, frustraties, trauma’s en heel soms een tekort aan kennis.
Dat tekort aan kennis kan vaak snel worden opgelost. Dat geldt niet voor de achterliggende oorzaken van het gemis aan evenwicht. Het ego van de ene manager, zorgt voor afgunst bij de anderen én een aanwakkerende strijd om de plaats op de apenrots. Onverwerkte trauma’s werken als een ‘filter van ineffectiviteit’ in de communicatie, waardoor elk bericht op een goudschaaltje wordt gewogen en de angst overheerst om iets verkeerd te doen.
Daarom zijn er afspraken dat ze geen varkens of koeien eten, dat ze geen seks hebben voor het huwelijk en dat ze zich niet laten vaccineren en dat het dragen van een sluier of het hebben van meerdere echtgenotes de norm is.
Waar het dus om gaat is het zoeken naar evenwicht in organisaties. Dát is precies waar spiritualiteit zich op richt: er moet een stabiel evenwicht zijn in de gemeenschap. Daarom zijn er afspraken dat ze geen varkens of koeien eten, dat ze geen seks hebben voor het huwelijk en dat ze zich niet laten vaccineren en dat het dragen van een sluier of het hebben van meerdere echtgenotes de norm is.
Morele dwang
Dat klinkt natuurlijk geweldig, alleen is dit evenwicht niet heel stabiel, omdat het niet ter discussie gesteld kan worden. Er is een tegenspeler met macht, er is sprake van morele dwang, van een collectieve opvatting hoe ‘we de dingen doen’, van een dreigende uitsluiting, opsluiting of erger. In organisaties kan de onbalans zich manifesteren door een te hoge werkdruk, achterkamer politiek, ivoren-toren-gedrag, het glazen plafond, een toxische bedrijfscultuur of een loopgravenoorlog tussen afdelingen.
Patronen op het werk
Spiritualiteit in organisaties betekent dat een onbalans snel wordt herkend en bespreekbaar gemaakt. De onbalans komt altijd voort uit de imperfecte communicatie, welke ontstaat uit ego’s, trauma’s, interpretaties en een gebrek aan verbale vaardigheden. Want hoe vaak hoor je niet dat medewerkers klagen over hun baas of collega’s? De gedragspatronen die zich hebben ontwikkeld sinds de vroegste jeugd, zijn langzaam geabsorbeerd en onderdeel geworden van wie we zijn. Die patronen zijn als een dikke verflaag waar onze persoonlijkheid onder verborgen zit en die zijn er altijd: met je partner, met je kinderen, je familie, je buren en ook op je werk.
Dikke verflagen
Effectieve communicatie kan alleen plaatsvinden door je bewust te worden van de dikke verflagen die ervoor zorgen dat de boodschap niet over komt. En alhoewel het heel verleidelijk is om het dan maar te laten zitten, wordt de communicatie daar alleen maar slechter van. Dus: samen aan de slag met verfkrabber en afbijtmiddel, zotdat de boodschap weer gegeven en ontvangen kan worden.
Oprechte aandacht
Het streven om werk en privé gescheiden te houden, gaat in tegen alle menselijke natuur. Je scheidt jezelf af van een groot deel van wie je bent en alleen je directe en meest dierbare collega’s weten een beetje wie je bent en hoe het werkelijk met je gaat. Je doet je werk zoals opgedragen, krijgt betaald zoals afgesproken en na kantooruren ben je weer je andere ik. En gezien de hoeveelheid scheidingen en burenruzies is die andere ik nog steeds in onbalans.
Spirituele werkwijze
Het belang van een goede toelichting, oprechte aandacht, begrip voor gedrag in het licht van trauma’s en de persoonlijke situaties, kan niet genoeg worden benadrukt. Eindeloos geduld en wederzijds respect zijn nodig om moeilijke gesprekken te voeren over wat nodig is voor evenwicht op het werk en privé. Dat vergt de ontwikkeling van de vaardigheden aan beide zijden. Als mensen de ruimte krijgen om te zijn wie ze willen zijn, de uitdagingen krijgen aangeboden die hen inspireren en stimuleren en de individuele ontwikkelingen kunnen doormaken die het beste bij hen past, dan komen we dicht in de buurt bij een spirituele werkwijze.
Een spirituele werkwijze zal niet bij elke organisatie passen. In een organisatie met veel ego’s, zal dat in eerste instantie een onmogelijke opgave zijn.
Dit betekent overigens niet dat iedereen altijd maar gelijk kan krijgen. Er zal altijd een spanningsveld zijn tussen vraag en aanbod, maar de kunst van een spirituele werkwijze is om dat spanningsveld te bespreken, zodat de spanning of afgunst eruit gehaald kan worden. Dat er wederzijds begrip is voor de gevoelige thema’s waar iedereen mee rond loopt en dat het duidelijk is dat je uiteindelijk zelf verantwoordelijk bent voor jouw eigen thema’s en deze niet hoeft af te reageren op de ander.
Een spirituele werkwijze zal niet bij elke organisatie passen. In een organisatie met veel ego’s, zal dat in eerste instantie een onmogelijke opgave zijn. Juist omdat iemand met een groot ego maar moeilijk zal toegeven dat hij/zij ergens last van heeft. En hoe kun je een open gesprek aangaan met een medewerker die ontzettend onzeker is over zichzelf en opkijkt tegen alles en iedereen?
Daarbij komt dat elke organisatiecultuur ook de mensen aantrekt die gedijen in een dergelijke cultuur.
Dat creëert organisaties met medewerkers die ongeïnspireerd hun werkzame leven ‘uitzitten’. Of organisaties waarin mensen wachten op het juiste moment om weg te gaan, omdat ‘het nu nog niet erg genoeg is. Het zal duidelijk zijn dat hier geen sprake is van evenwicht en van spiritualiteit.
Open gesprekken
Spiritualiteit in organisaties begint met onbevooroordeelde, open gesprekken tussen mensen, managers en medewerkers. ‘Wat houd je bezig?’, ‘waarvan lig je wakker?’, ‘hoe is het met jullie relatie, met de kinderen en met jouw gezondheid?’. En misschien na wat oefenen, als het bijvoorbeeld niet meer nodig is om het ego in te zetten als machtsmiddel, dat je een gesprek kan hebben met de directeur over diens zorgen over het bedrijf, de samenhang tussen afdelingen en medewerkers, de partner en (klein)-kinderen.
In spirituele organisaties zullen mensen gelukkiger zijn, omdat ze zichzelf niet hoeven te verbergen voor wie ze werkelijk zijn. De menselijke maat speelt een even grote rol als de economische belangen. Uiteindelijk bepalen de medewerkers hóe ze een bijdrage leveren aan de organisatie en omdat ze steeds dezelfde persoonlijkheid meebrengen, is het een dure kostenpost om dat deel van hen te negeren.
Dus als je dan merkt dat de organisatie niet in evenwicht is met de omgangsvormen of de bedrijfsdoelstellingen, probeer dan eens een open gesprek aan te gaan over wat mensen beweegt en inspireert. Dat voorkomt een hoop ellende zoals een houding van ‘het zal mijn tijd wel duren’ en een hoog personeelsverloop. Een dramatisch combinatie van enerzijds de ongeïnspireerde medewerkers die nét genoeg doen en anderzijds de inspirerende medewerkers die een evenwichtige, spirituele organisatie gaan vinden waar ze wél worden gezien voor wie ze zijn.