Het einde van de ratrace
De zegeningen van deeltijdwerk, de verbeterde arbeidsomstandigheden en de afschaffing van de slavernij, betekenden een enorme vergroting van de vrijheden van arbeiders. Anno 2023 lijkt het redelijk gesteld met arbeidsvrijheid en arbeidsvreugde. Tegelijkertijd is er nog steeds een trend gaande van nóg meer zelfstandigheid, nóg kortere werkweken en nóg meer burn-outs.
De arbeidsvreugde hangt blijkbaar maar beperkt af van de arbeidsvrijheid. Dat is heel jammer, want werken doen we toch al gauw gedurende zo’n 45 jaar, week-in-week-uit. Natuurlijk is het zo dat werk ook van belang is voor de sociale interactie en persoonlijke ontwikkeling. Want de hele week thuis zitten met moeder-de-vrouw of met je thuisman, is ook geen aanlokkelijk perspectief.
Bureaucratie
Een belangrijk deel van werken is ook het administratieve, bureaucratische, onderhandelen met interne afdelingen, leveranciers, overheden of klanten. Dat deel van werken lijkt alleen maar toe te nemen, zodat je steeds minder aan het échte werken toe komt.
Voordat écht werk verricht kan worden, moet eerst een enorm reservoir van regels worden doorgenomen. Regels over wie je bent, wat je doet, wat hebt gedaan, en wat je gaat doen.
De regeldrift van de overheid om maximaal grip te krijgen op de samenleving, en als gevolg daarvan de toegenomen regeldrift van bedrijven en instellingen, zorgt er nog steeds niet voor dat we meer arbeidsvreugde hebben. Terwijl het juist bedoeld was om de consument, de werknemer en het bedrijf te beschermen tegen de uitwassen van onoorbaar gedrag en dus meer vreugde. Nou, dat hebben ze geweten!
Rat-en-muis-spel
Er is een spannend rat-en-muis-spel aan het ontstaan tussen regelmakers en regelontwijkers. Laatst nog toen professor Hogendoorn van het Leidse LUMC tijdelijk het veld ruimde omdat er in een onderzoeksproject wel heel erg creatief was omgegaan met werknemers, of een departement van VWS die geen openheid van zaken wil geven, ondanks een rechterlijke uitspraak. Dat gebeurt steeds vaker. Voordat écht werk verricht kan worden, moet eerst een enorm reservoir van regels worden doorgenomen. Regels over wie je bent, wat je doet, wat hebt gedaan, en wat je gaat doen.
Als je dan eindelijk aan het échte werk bent toegekomen, blijkt het échte werk ook te bestaan uit een reservoir van regels: een afdeling is alleen op maandag en vrijdag bereikbaar, terwijl jij op dinsdag en woensdag werkt, een eenvoudige vraag moet eerst de volledige afdeling HR langs, omdat iedereen graag betrokken is bij het antwoord en niemand geheel zelfstandig en onafhankelijk durft te zeggen: ‘Ja, dit is akkoord!’.
Het is een soort ratrace geworden, met een buitengewoon vaardige kater. Waar kun je je nog verstoppen voor deze veelvraat en een vreugdevol leven lijden?
Stiekem helpen al die regels om geen enkel blauwtje te lopen als het gaat om de antwoorden. Want laten we eerlijk zijn, een blauwtje lopen draagt niet bij aan de arbeidsvreugde. Het is een soort ratrace geworden, met een buitengewoon vaardige kater. Waar kun je je nog verstoppen voor deze veelvraat en een vreugdevol leven lijden?
Patiënt op de tweede plaats
Het gestaag toenemende aantal zelfstandigen is een arbeidsvorm waarin de vreugde de boventoon gaat voeren, en dat is toch een zeer elegante manier om een werkgever mede te delen dat diens aanbod te mager is. In de zorg zijn steeds meer Zzp’ers die niet langer accepteren dat van bovenaf wordt bepaald dat er gedwongen gewerkt móet worden, op onmogelijke tijden en voor een schamel zakcentje. Enerzijds kun je denken dat die zorg-Zzp’ers asociaal zijn omdat ze de patiënt op de tweede plaats zetten. Anderzijds dwingt het de regelmakers wel om wat langer na te denken hoe de arbeidsvreugde vorm kan behouden. Deze Zzp’ers kiezen voor een werkwijze die recht doet aan wie ze zijn en hoe ze in de wereld willen staan. Dit geeft hen de mentale speelruimte om hun arbeidsvreugde te maximaliseren.
De dwangarbeid is lang geleden afgeschaft, maar de morele dwang tiert nog welig en dat kun je de regelmakers niet kwalijk nemen.
Morele dwang
De dwangarbeid is lang geleden afgeschaft, maar de morele dwang tiert nog welig en dat kun je de regelmakers niet kwalijk nemen. Zou het niet geweldig zijn als iedereen zich bewust is van arbeidsvreugde én arbeidsvrijheid?! Dat je thuis altijd een oude sok hebt met voldoende ‘fuck-off money’, dat je afscheid kan nemen van situaties die niet bijdragen aan je arbeidsvreugde en dat je steeds kan kiezen voor wat het beste bij je past. Geen moeilijke gesprekken met bazen over werktijden, geen eindeloze onderhandelingen met HR-afdelingen, geen gehannes met de fiscus vanwege de zoveelste blauwe envelop die je weer eens gemist hebt.
Zoete beloning
Het leven van een zelfstandige gaat natuurlijk ook niet altijd over rozen. Maar het meest geweldige van zelfstandigheid is dat je kan sturen op je eigen ontwikkeling. In die zin kun je de ‘ratrace’ ontvluchten en je eigen menselijkheid omarmen. Met dat ‘pionieren’ met arbeidsvreugde vier je je leven en kun je een voorbeeld zijn voor anderen. Zoals altijd met pionieren is het een avontuur: spannend en onzeker, maar de beloning is zoet. De blije herkenning dat je uit de ratrace bent gestapt en dat niemand je weer terug in je hok kan stoppen.
Persoonlijk ben ik er een groot voorstander van dat niemand zich laat tegenhouden door het systeem, en of dat nu gaat over werken, kind zijn, partner, collega of echtgenoot: Als er geen vreugde is, breek dan los uit dat systeem. Ga het avontuur aan, ga pionieren, neem het risico. De reis kan zwaar zijn, maar het resultaat is wel van jou.
Het einde van jouw ratrace, who’s next?