Zonder (eigen) beren geen verandering
Zonder je beren aan te kijken, ofwel zonder persoonlijke ontwikkeling, kom je geen steek verder. Niet in het leven en ook niet in organisaties. Want: organisaties zijn tenslotte een verzameling mensen. En mensen groeien van het overkomen van beren. Van het leren dansen met ze, in plaats van weg te rennen van ze of stokstijf te blijven staan.
Het lijkt me hoog tijd dit zo boud te stellen. We houden onszelf tegen én elkaar ook. En zelfs al rennen we niet weg, maar kijken we de andere kant uit om ze maar niet te zien of bevriezen we, het helpt niks. Ze gaan echt niet uit zichzelf weg. I know... Totdat je ze aankijkt, blijven ze aanwezig.
Oh en beren zijn, voor de verduidelijking, alles wat een mens tegenhoudt om te groeien. Vaak zijn deze beren verzinsels van het hoofd, uit eerdere ervaringen opgedane kennis. Negatieve ervaringen wel te verstaan. Hierdoor ontstaan overtuigingen. En ‘verzinsels’ klinkt misschien wat bagatelliserend, het ziet er echter echt levensecht uit op dat moment, die beer staat echt figuurlijk voor iemands neus en blokkeert het zicht.
Ook ik heb natuurlijk mijn eigen portie beren wel gekend en nog steeds kom ik mijn uitdagingen tegen. Ik heb echter geleerd ze onder ogen te komen, er niet meer bang voor te zijn én zelfs: met ze te leren dansen. Ik heb ontdekt dat om mezelf lachen als ik er weer één tegenkom veel beter werkt. Niet uitlachen, nee lachen vanuit zelf-compassie. 'Ah, daar is weer een beer, ik doe het weer, ik hou mezelf weer tegen'.
That's the only way!
Beren die ik geregeld tegenkom als ik mijn 'Van hokjes naar puzzelstukjes' gedachtegoed deel, zijn deze:
Wat doen mensen als je ze wat ruimte geeft (ofwel: ik ben bang dat ze de verkeerde dingen doen en dat ik dan een vervelend gesprek met ze aan moet gaan)?
Kan ik erop vertrouwen dat al het werk wel gebeurt als we het anders (op basis van talent & energie) gaan organiseren (ofwel: in hoeverre vertrouw ik mensen eigenlijk én in hoeverre ben ik zelf te vertrouwen?)?
Zou mijn team het niet te spannend vinden om zo open te zijn naar elkaar over wat ze niet goed kunnen, waar ze op ploeteren (ofwel: ik vind het zelf heel spannend om daar open over te zijn)?
Wie doet dan de rotklusjes (ofwel: ik heb geleerd dat wat ik niet leuk vind een rotklusje is, wat niemand leuk vindt)?
Hoe houden we het overzicht (ofwel: ik wil graag controle houden op wat iedereen allemaal doet, in de verwachting dat dat nodig is)?
Hoe komen mensen dan in beweging als ze het hokje loslaten (ofwel: ik geloof niet dat intrinsieke motivatie werkt, mensen zijn van oorsprong lui, ik zelf ook)?
Ja, we hebben een heel nieuw mens-beeld te creëren met elkaar. En dat begint heel dichtbij huis: bij jezelf. Bij in hoeverre je jezelf vertrouwt, in hoeverre je jezelf kent (en je JA's en NEE's in beeld hebt), in hoeverre je zelf open bent, in hoeverre je zelf voelt dat je wilt bijdragen.
Dan wordt het namelijk 10 keer makkelijker om anderen te vertrouwen, anderen te helpen zichzelf beter te leren kennen, openheid terug te ontvangen en te geloven dat mensen willen bijdragen. Dus mijn advies: begin bij je eigen beren en leer één voor één met ze dansen.